In dit boek beperkt auteur Jan Strybol zich tot de volken van de zogenaamde Nigeriaanse ‘Middle Belt’ en meer in het bijzonder dat gedeelte tussen het Bauchi-plateau, de Gongola Rivier en de Katsina Ala-rivier. In 1974 toonde Roy Sieber al aan dat, een paar uitzonderingen niet te na, de volken die behoren tot de Niger-Congo taalfamilie de basis legden voor de grote Afrikaanse sculpturale tradities ten zuiden van de Sahara. Echter, de grootste groep iconofiele volkeren van de Central Middle Belt behoren tot de Tsjadische tak van de Afro-Aziatische taalfamilie.
Dit boek toont de grote sculpturale diversiteit van de regio aan de hand van stukken uit privécollecties en dan in het bijzonder houten figuren, maar ook vier houten maskers en drie bronzen beelden.