Deze gerontocratie is gebaseerd op een systeem van inwijdingsstadia die men moet doorlopen om een “religieuze leider” te worden.
Door hun geografische afzondering hebben de Mumuye eeuwenlang weerstand geboden aan de islamitische invallers en later aan het Britse koloniaal bestuur en de verschillende christelijke zendingsgenootschappen. Daardoor komt het dat de houtsculptuur bij de Mumuye tot aan het begin van onze eeuw is blijven voortbestaan.
In 1970 publiceerde Philip Fry een essay over de Mumuye-beeldhouwkunst waarvan de analyse van de endogene structuur nog niets van haar waarde ingeboet heeft. Zich baserend op waarnemingen in situ heeft Jan Strybol geprobeerd om ook de exogene structuur van deze beelden te onderzoeken. Zo is hij erin geslaagd om een veertigtal beelden en enkele maskers te documenteren. Verder heeft hij ook een vijfentwintigtal sculpteurs kunnen identificeren evenals een bepaald type van beeld dat eigen is aan de Kpugbong-subgroep.
Tijdens en na de oorlog van Biafra werden er honderden Mumuye-sculpturen verzameld. Dank zij inlichtingen ingewonnen tussen 1970 en 1993 heeft de auteur kunnen aantonen dat een gedeelte van deze werken niet afkomstig zijn van de Mumuye, maar integendeel dienen toegeschreven aan restgroepen die her en der in het Mumuye-gebied wonen.