In voorgaande studies wees Jan Strybol er op dat de beeldhouwkunst in Noord-Nigeria – in tegenstelling tot wat doorgaans aangenomen wordt – een grote bloei kende. Houtsculpturen trof men zowat overal aan, met uitzondering van een gedeelte van het Hoge Noorden. In deze studie onderzoekt de auteur vooreerst de sculpturale tradities van een aantal volkeren in Centraal-Nigeria, meer bepaald van het Jos-Plateau en van de vallei van de Midden-Benue tot aan het brongebied van de Taraba-rivier. Deze volkeren kan men omschrijven als niet-gecentraliseerde gemeenschappen waar voornamelijk kunst in vergankelijke materialen geproduceerd werd door deeltijdse specialisten, in tegenstelling tot de gecentraliseerde rijken in het Zuiden (Ife, Benin) waar voltijdse specialisten complexe kunstvoorwerpen creëerden in duurzame materialen (steen, brons, ijzer).
De bij liefhebbers van Afrikaanse kunst wellicht meest bekende etnische groep in de regio van de Midden-Benue zijn de Mumuye. Sinds het einde van de vorige eeuw zijn de traditionele riten van de Mumuye ten gevolge van het oprukken van de wereldgodsdiensten in snel tempo verdwenen en met hen het in Europa en Amerika zozeer bewonderde Mumuye beeldhouwwerk.
Naast houtsculptuur besteedt Jan Strybol ook aandacht aan voorwerpen in brons, ijzer, terracotta en andere materialen. Deze kunstvormen zijn tot nog toe zeer onderbelicht en ondertussen bijna volledig verdwenen. Tot slot gaat de auteur ook dieper in op enkele artistieke verwezenlijkingen van een aantal weinig bekende restgroepen binnen het Mumuye-territorium, die op een rijke kunsttraditie kunnen bogen.
28 x 21 cm
192 p, harde kaft
Franse editie: 978-90-5856-693-5
Ook beschikbaar in het Engels: 978-90-5856-703-1